Inleiding :
Deze pagina gaat over de Tilburgse textielfabriek Jurgens textiel en de aanleiding is dat mijn vader, Jos Kusters, veertig jaar voor dit bedrijf heeft gewerkt. Nu mijn vader is overleden en ik nog wel eens contact heb met een van de voormalige directeuren van Jurgens textiel heb ik besloten om de geschiedenis van een van de laatste textielbedrijven uit Tilburg toch maar eens vast te leggen. Het gaat over de fabriek, de mensen die er werkte, de omstandigheden en de verhuis naar Berkel Enschot.
Textiel heeft meer dan honderdvijftig jaar het beeld bepaald van de stad Tilburg en daarmee het leven van haar inwoners. Thuiswevers werkten in hun woonhuis in opdracht van derden en leverden hun producten af. Fabrieken waren er nog niet.
Buiten de woonkern van Tilburg, werden in de tweede helft van de 18e eeuw textielfabrieken gebouwd waar vele arbeiders, inwoners van de stad en uit de omliggende dorpen, werk vonden.
Ook de voormalige thuiswevers gaven aan het einde van de 18e eeuw hun zelfstandige bestaan op en gingen in de fabrieken werken.
Door de ontwikkeling van de stad werden deze fabrieken door nieuwe woonwijken omgeven en door nog verdere uitbereiding vormden ze in de loop der tijd een deel van het centrum waardoor de stad in die jaren overal textiel ademde. Overal fabrieken, vrachtwagens met rollen stof kriskras door de stad, lange rijen arbeiders die voor de spoorbomen met hun fiets aan de hand stonden te wachten. En arbeiders die tijdens de fabriekspauzen, als het mooi weer was, op straat geleund tegen de fabrieksmuren of op de “kaajbaand” (een van die mooie Tilburgse woorden) hun boterhammen zaten te eten. Bij o.a. de fabriek van Jurgens in de Tuinstraat rook je overduidelijk de geur van smoutolie die uit de fabriek kwam.
De textielindustrie uit de “schoonste stad van het land” verdwijnt uiteindelijk geheel. De grootscheepse sanering van de textielindustrie sinds 1960 heeft geleid tot vrijwel algehele sloop van de fabrieken in het centrum. Niet alleen faillissementen, maar ook overplaatsingen naar het nieuwe industrieterrein Tilburg-Noord liggen aan de sloopactiviteiten ten grondslag. De wolwasserijen en textielfabrieken verdwenen deels door verminderde afzet, maar vooral ook vanwege de steeds hogere milieu-eisen. De meeste terreinen zijn door de gemeente in het kader van de stadsvernieuwing opgekocht, waarna de bebouwing verwijderd werd ten faveure van pleinaanleg (Pieter Vreedeplein) of sociale woningbouw, zoals de complexen Wingerdhoek en Bodehof. Het laatste plan werd deels gerealiseerd op het fabrieksterrein van Jurgens Textiel N.V. dat in 1976 als een der laatsten de poorten sloot
Jurgens textiel :
De oprichter van Jurgens Textiel in Tilburg was Harrie Jurgens.
De vader van Harrie Jurgens was Arnold Jurgens en zat in de vleesindustrie in Oss werd daar ook geboren in 1858 maar is vooral bekend door een familieconnectie met Jurgens van den Berg, de bekende boterfabrikant. Hij trouwde met een telg uit de familie Donders, een bekende Tilburgse naam, en stierf in 1915.
De moeder van Harrie zei tegen Harrie “Ga wol leren” en hij toog daarop naar Bradford. De Engelsen hadden de hele wolindustrie gecentraliseerd in Londen vanuit Nieuw-Zeeland, Australië en de Verenigde Staten. Waar nu de Towerbridge staat waren vroeger wolpakhuizen. Harrie woonde daar 10 jaar en werkte o.a. bij Bateman uit Yorkshire.
In 1930 kwam hij terug naar Nederland en ging in de Tuinstraat wonen. Hij ging in de wolhandel werken. Hele straten waren bezig met wol en bekend zijn de blauwe toeters, het papier waarin de wol, die van nature een beetje gelig is, werd bewaard zodat die extra bleek leek. Hendricus (Harrie) Ludovicus Josephus Maria Jurgens (Rotterdam 1895 – 1972) trouwde in 1930 met Elisabeth (Betty) Christina Maria Agnès Buddemeijer (1909-’77).
In 1946 begon Harrie Jurgens in de Tuinstraat een textielfabriek en daarmee was hij destijds de jongste Tilburgse onderneming in deze branche. In het bedrijfscomplex, dat voorheen had behoord tot garage de Groot en later in gebruik door G. Bogaers & Zoon, specialiseerde hij zich in de zogenoemde gerecupereerde wol, ofwel de herverwerking van lompen tot garens voor dames- en herenstoffen.
Voorgaande eigenaren van fabrieksgebouwen in de Tuinstraat. G. Bogaers & Zoon’s Wollenstoffenfabrieken aan de Heuvelstraat werd in 1792 opgericht door Gerard Bogaers en A.N. Schoffers als Schoffers & Bogaers. In 1832 kreeg de fabriek de huidige naam. In 1863 verhuisde men naar de Tuinstraat en in 1908 brandde de fabriek af. In 1920 werd er nog dividend uitgekeerd maar nadien ging het snel bergaf zodat op 8 juni 1925 tot liquidatie moest besloten worden. Met gebruik van eigen middelen bracht Bogaers die ten einde. Het was afgelopen daar in de Tuinstraat! Hij zelf vertrok 13 augustus 1927 naar Kapelle bij Antwerpen, waar hij 25 april 1942 stierf. De firma Gebr. Gersons nam in 1926 de fabriekshal Tuinstraat 49 van G. Bogaers over. In 1946 heeft de firma Jurgens Textiel de fabriek weer van de familie Gersons overgenomen.
In 1958 kocht Harrie Jurgens ook productiemateriaal van L.E. van den Bergh. L.E. van den Bergh werd in 1877 aan de Sint-Josephstraat opgericht door Louis Etienne van den Bergh. Men begon met 130 volwassenen en 4 kinderen. In 1959 werden 112 van de 265 werknemers ontslagen wegens reorganisatie. In 1960 volgde samenwerking met N.V. Wollenstoffenfabriek Triborgh.
In 1965 ging men samenwerken met J.A.A. Kerstens en bracht men de productie van Kerstens over naar de Sint-Josephstraat. In 1967 werden de laatste 160 werknemers ontslagen en sloot de fabriek.
L.E. van den Bergh had een zgn Volltuch-fabriek. Harrie Jurgens maakte een gentleman’s agreement met L.E. van den Bergh, dat hij aan hen de producten kon leveren. Dat ging echter verkeerd, want L.E. van den Bergh kon veel goedkoper in Prato (Italië) terecht. Bovendien beschikte men daar over langere machines, genoot men van beter daglicht en zocht men kleur bij kleur, zodat niet telkens opnieuw geverfd moest worden.
De kwaliteit van de garens was daardoor beter dan die in Nederland. Daarmee stopte de productie van goede dames- en herenstoffen, zoals tweed. Gevolg was dat de productie bij Jurgens zich meer en meer ging richten op tapijtgarens (bijv. voor berbers), meubelstoffen en gordijnstoffen. Door de grote buitenlandse (Italiaanse) concurrentie legde Jurgens zich in de jaren zestig toe op de verwerking van nieuwe wol, voornamelijk afkomstig uit Nieuw-Zeeland. Belangrijke afnemers werden de meubel- en tapijtindustrie waaronder Ploegstoffen en Bata.
Hein Jurgens (foto links) was ook in het bedrijf Jurgens werkzaam, hij nam de spinnerij/weverij voor zijn rekening. Ook zijn broer, Ruud Jurgens (foto rechts) werkte mee, Ruud was verantwoordelijk voor de apparatuur en kreeg erg te maken met de toenemende eisen op milieugebied. Vanaf 1970 hebben beide het bedrijf geleid.
Dé specialiteit van Jurgens waren de industriegarens. Men hield er als een van de laatste fabrikanten in Tilburg e.o. mee op.
Hein Jurgens vindt niet dat er echte opvallende innovaties waren; men onderscheidde zich meer door opvallende dessinontwerpers, bijvoorbeeld voor de grote klant Ploegstoffen. Maar ook hield men zich bezig met ‘geitenwollen sokken’: oude lappen werden versneden en draden met verschillende kleuren werden samengevoegd, zodat een grijze eenheidsdraad werd vervaardigd, bijvoorbeeld voor Bata.
In 1965 werkten er circa honderdvijftig mensen. Na vele jaren gevestigd geweest te zijn in de Tuinstraat in het centrum van Tilburg is het bedrijf vanaf 1960 in fases verhuist naar een nieuwbouw in Berkel-Enschot.
De verhuizing was mede noodzakelijk omdat het bedrijf in het centrum van Tilburg, door alle veranderingen, niet meer goed bereikbaar was voor de benodigde transporten.
Tevens was de gemeente actief bezig met stadsvernieuwing van het centrum en wilde de industrie weg hebben.
De gemeente heeft daarom uiteindelijk bijna alle terreinen van de voormalige textielfabrieken opgekocht en hier woningbouw gerealiseerd. In 1976 werd het bedrijf aan de Tuinstraat opgekocht door Gemeente Tilburg voor Woningbouw aan het Spinnerspark.
Het bedrijf in Berkel-Enschot heeft tot 1996 geproduceerd en is toen definitief gesloten. Er vielen toen nog 43 ontslagen. Ook in Berkel-Enschot is het bedrijf uiteindelijk gesloopt om plaats te maken voor woningbouw.
Voor de start van Jurgens Textiel is er ook al een hele voorgeschiedenis in de Tuinstraat die er op hoofdlijnen als volgt uit ziet:
1792 | Gerard Bogaers begon met de productie van wollenstoffen in de Heuvelstraat. |
1866 | Fabriek G.Bogears & Zn. in Tuinstraat 49 gestart. |
1875 | Op 20 juni is, omstreeks 15:00 uur aan de Tuinstraat een magazijn van de wollenstoffenfabriek G.Bogaers geheel uitgebrand. Vermoedelijke oorzaak is broei. |
1900 | Uitbreiding van de fabriek. |
1908 | Woensdag 15 januari ca 18:00 uur. Grote uitslaande brand wollenstoffen fabriek G.Bogaers aan de Tuinstraat. |
1919 | Woensdag 30 juli ca 19:00 uur. Grote uitslaande brand in het wolmagazijn van de wollenstoffen fabriek G.Bogaers. De brandweer had 12 stralen nodig om het vuur te blussen. De schade bedroeg een half miljoen gulden. |
1920 | Het bedrijf omgezet in Nv. G.Bogaers & Zoon’s Wollenstoffenfabrieken. |
1925 | Fabriek failliet. |
1926 | Openbare verkoping. |
1927 | De firma Gebroeders Gersons, een belangrijke keten van modehuizen wordt eigenaar. |
1930 | Feestgebouw “Scala” aan de Tuinstraat 47a maakte deel uit van het Lakenfabriek van G. Bogaers en Zoon als ook de dansschool A. Kruisselberge Blommaert. Van Kruisselberge gaf danslessen vanaf 1932 tot 1946 in de Scala aan de Tuinstraat. |
1942 | Gebouwen gekocht door Jurgens Textiel NV met als oprichter en eigenaar dhr. Harrie Jurgens. |
Vestiging van Zuid Nederlandse Textielindustrie (kunstwolmalerij). | |
1946 | Start productie in de textielfabriek van Harrie Jurgens, vestigingsadres Tuinstraat 47a-49. |
1960 | Kantoor en deel van de productie verhuizen naar nieuwbouw in Berkel-Enschot. |
1965 | Groots feest in de schouwburg voor het voltallige personeel van Jurgens ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van grondlegger en directeur van Jurgens textiel Harrie Jurgens. |
1970 | Opvolging van dhr. Harrie Jurgens door zonen Hein en Ruud Jurgens. |
1976 | De textielproductie in de tuinstaat wordt volledig stilgelegd en is dan in zijn geheel verhuist naar Berkel-Enschot aan de Gen. Eisenhouwerweg 6. |
Gemeente Tilburg overweegt de sloop van de fabriekspanden en koopt deze aan. | |
1980 | Gemeentelijke voorbereiding van de bestemmingsplannen. |
1981 | Gebouwen in Tuinstraat worden gesloopt. |
1984 | De ruim 50 nieuwe woningen die op het terrein in de Tuinstraat zijn gebouwd worden per 1 januari betrokken. |
1995 | Jurgens Textiel stopt met de productie in Berkel-Enschot en sluit definitief. |
Fabriek in Berkel-Enschot wordt gesloopt en maakt plaats voor woningbouw. |
Jurgens textiel en Bogaers :
Jurgens textiel is in 1946 gestart in de voormalige panden van het textielbedrijf van G.Bogears & Zn. dat in 1925 failliet was gegaan en gevestigd was in de Tuinstraat 49 te Tilburg.
Gerard Bogaers begon in 1792 met de productie van wollenstoffen in de Heuvelstraat.
In 1866 is een nieuwe fabriek, Tuinstraat 49 in gebruik genomen, onder leiding van Vincent Bogaers.
In 1908 is de deze fabriek (hoogbouw) afgebrand en vervangen door laagbouw. In de malaise van de twintiger jaren ging het bedrijf in 1925 failliet.
Rond 1980 is dit fabrieksgebouw afgebroken. De jaarsteen 1792, de oudste van Tilburg, opzij van het oude kantoor is afkomstig uit de Heuvelstraat en heeft dus niets met de leeftijd van dit pand te maken!
Op 15 januari 1908 brandde de fabriek van de firma G. Bogaers tot aan de grond toe af. Alleen de weverij bleef behouden. De fabriek stond op de hoek van de Tuinstraat en de Antoniusstraat. De brand sloeg ook over naar een rij huizen aan de Poststraat. 125 arbeiders kwamen tijdelijk zonder werk.
In de Tuinstraat naast de woonhuizen van de joodse burgers was er een grote joodse wolfabriek, namelijk de ‘kunstwolfabriek’ van de Gebr. Gersons. Als bijmengsel bij het spinnen van schapenwol tot garen, werd bijna altijd recyclede wol gebruikt, de kunstwol. Er meerdere kunstwolfabrieken actief in Tilburg die met name oude kleding verwerkten tot wolvezels voor spinnerijen. De firma Gebr. Gersons nam in 1926 de fabriekshal Tuinstraat 49 van de gebroeders Bogaers over. In 1937 nam Bernard Gersons de leiding op zich. In 1941 heeft de firma Jurgens Textiel de fabriek van de familie Gersons overgenomen.
Hierboven een foto van het kantoorpersoneel van de firma G. Bogaers & Zn. aan de Tuinstraat in 1922. Van links naar rechts de heer De Vries, Frits Venmans (chef de bureau), J. van de Linde, Chris Lakeman, Mien Verstappen en Jan Ligtvoet. Mien Verstappen was ook uitbaatster van een café op de hoek Tuinstraat – Antoniusstraat
Hinderwetvergunningen toegekend op huisnummer 49:
1906 | Bogaers & Zn. | Drogerij |
1908 | Bogaers & Zn. | Oprichting wollenstoffenfabriek, stoomketel 250 pk |
1912 | Bogaers & Zn. | Uitbreiding weverij en wolbergplaats |
1918 | Bogaers & Zn. | Uitbreiding lompenmalerij |
1920 | Bogaers & Zn. | Uitbreiding wollenstoffenfabriek |
1927/35 | Gersons, Gebr. | Oprichting verwerking textielgrondstoffen |
Jurgens textiel foto’s
Diner in de schouwburg 1965 voor het voltallige personeel van Jurgens ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van grondlegger en directeur van Jurgens textiel (1945-1976) Harrie Jurgens (1895-1972) afkomstig uit Oss. Links zoon Hein geboren 1933 uiterst rechts de zus van Hein, Jeske geb 1931. Broer Ruud geb 1941 ontbreekt op deze foto.
De jaarsteen 1792, de oudste van Tilburg, opzij van het oude kantoor is afkomstig uit de Heuvelstraat en heeft dus niets met de leeftijd van dit pand te maken!
Jurgens textiel, oud werknemers
Naam | Functie | Info |
Hein Meijs | Zie hierna voor meer detail | |
André Schuuring | Doorgekregen via mail (dochter van Andre), 20 januari 1982 overleden | |
Wil Klaassen | Doorgekregen via mail | |
Eliasa Bartels | Bedrijfsleider | Zie hierna voor meer detail |
Gerrit Kolsteren | Prive chauffeur | |
Kees Kolsteren | Portier | |
Adrianus Soontiens | Chauffeur | Zie advertentie hieronder uit Nieuwsblad van het zuiden 22-03-1947 |
Jos Kusters | ploegbaas | Overleden aug 2010 |
Hein Meijs :
Henricus Johannes Gertrudis Maria Meijs kwam als zesde kind van Hendrikus Meijs en Wilhelmina Jansen op 23 januari 1933 in de Gasstraat nummer 20 in Tilburg ter wereld. Na Hein kwamen nog twee kinderen. Vader Meijs was timmerman en afkomstig uit het Gelderse Ubbergen (bij Nijmegen). Moeder Wilhelmina was een geboren en getogen Tilburgse, een dochter van een wagenmaker bij de Werkplaats van de Staatsspoorwegen. Voor zijn huwelijk woonde vader als kostganger in Tilburg. Daar leerde hij zijn vrouw kennen. Nog een generatie verder terug komen we Johannes Meijs tegen, zijn opa, die in Ubbergen hoofdonderwijzer was.
Gedeeltelijk moeten we daar zijn voor een inspiratiebron in het jonge leven van Hein. Hij kwam na de lagere school op de Besterd, in Goirle op het fraterhuis terecht. Zijn levenspad leek richting onderwijs te lopen. Maar in de naoorlogse jaren liepen de ontwikkelingen in de familie Meijs anders. Zijn moeder was langdurig ziek en stierf in 1948, vader was longpatiënt en werd later invalide. Toen de oudste zoon naar Indië moest, later gevolgd door nog een tweede, werd het voor Hein geen kweekschool maar de textielfabriek. Hein ging, 15, 16 jaar oud, werken bij Jurgens, toen nog gevestigd in de Tuinstraat.
Naast en na het werk was er de textielschool, waar hij vele jaren de avonduren doorbracht om cursussen te volgen die hem beroepsmatig verder konden en zouden brengen.
De werkgevers wisselden met enige regelmaat. Feitelijk heeft hij nog het langst bij Jurgens gewerkt. Dat bedrijf wordt door zijn familie ook als een van de betere werkgevers aangewezen. Hij begon daar op wat in Tilburg als de twernerij wordt aangeduid. Andere werkgevers waren Van Dooren & Dams, A & N Mutsaerts, Swagemakers-Caesar en Elias. Dat laatste bedrijf was al in 1960 samengegaan met Wijnand Janssens en was overgenomen door de groep Van Kimmenade. In 1974 kwam Elias bij de Hollandse Textiel Industrie in Goirle terecht, die in 1976 in de problemen raakte. Hierna is hij voornamelijk betrokken geweest bij de vakbonden in diverse functies. In 1988 gaf hij voor het eerst aan dat hij zijn werk voor de bond wilde gaan verminderen. Feitelijk liet hij zich overhalen om zich herkiesbaar te stellen. Ondertussen zou actief gezocht gaan worden naar een opvolger.
Het afscheid van het voorzitterschap kwam op een heel andere wijze dan Hein Meijs zich had voorgesteld. Achteraf mag gesteld worden dat wel erg meedogenloos is omgesprongen met iemand die meer dan veertig jaar een vooraanstaande rol had gespeeld in de Tilburgse arbeidersbeweging. Hij stierf op 14 november 1994 aan longkanker. Voor zijn inzet en verdiensten voor de Tilburgse samenleving ontving Hein Meijs de zilveren legpenning van de gemeente Tilburg. Die inzet kwam onder meer tot uiting in diverse besturen waarvan hij deel uitmaakte, zoals dat van de Thuiszorg Midden-Brabant.
“Een vakbondsman in hart en nieren, zeer sociaal bewogen en altijd opkomend voor mensen in achterstandssituaties”, zo werd hij getypeerd.
Eliasa Bartels :
Eliasa Bartels was bedrijfsleider van Jurgens Textiel vanaf 1945 tot begin 1970 en moet mijn vader hem ook gekend hebben.
Net voor Eliasa Bartels bij Jurgens begon te werken is in de oorlogsjaren zijn dochter door de Duitsers afgevoerd en hij heeft nooit geweten wat er met haar is gebeurd.
In een uitzending van netwerk op 18 dec. 2006 is een reportage te zien dat Claire de tweede dochter van Eliasa op zoek gaat naar haar zus Edith die in de oorlog is verdwenen.
De rapportage “Onbekend kind 54 ” gaat over een verdwenen joods meisje waarvan haar ouders nooit hebben geweten wat er met haar gebeurd was.
Indrukwekkend verhaal over wat een van de latere medewerkers van Jurgens is overkomen.
De rapportage “Onbekend kind 54 “
In aanwezigheid van haar jongere zus Claire wordt 12 oktober 2012 een speciaal herinnerings-tegeltje voor het joodse meisje Edith Bartels geplaatst.
De zogeheten ‘Stolperstein’ (struikelsteen) komt in het trottoir voor de woning aan de Lange Nieuwstraat 162. Daar woonde de familie Bartels, waarvan dochter Edith op 6 oktober 1944 in Auschwitz werd vergast.
Ze werd niet ouder dan vier jaar. Haar ouders zaten op 28 adressen ondergedoken.
Ze verloren hun dochter uit het oog, die – na pas in 2006 bleek – in 1944 was omgekomen.
Jurgens textiel, het vertrek uit Tilburg
In 1960 had men al het kantoor en een deel van de produktie overgeplaatst naar de nieuwe locatie in Berkel Enschot aan de Generaal Eisenhowerweg. Het zou tot 1976 duren voordat de hele produktie was overgeplaatst en de panden in de Tuinstraat definitief leeg kwamen te staan. De gemeente heeft in 1976 de panden en gronden aangekocht en de fabriek in 1981 geheel laten slopen ten behoeve van woningbouw. In 1984 kunnen, op die locatie, de eerste bewoners van de nieuwbouwwoningen hun huis betrekken.
Jurgens textiel foto’s (het verval)
Zoals gezegd hebben de gebouwen tussen 1976 en 1981 voor het grootste gedeelte leeg gestaan en is het verval ingetreden getuige de volgende foto’s.
Jurgens textiel foto’s (de sloop)
Scala feestgebouw en dansschool, foto’s
Feestgebouw “Scala” aan de Tuinstraat 47a maakte deel uit van de Lakenfabriek van G. Bogaers en Zoon als ook de dansschool A. Kruisselberge Blommaert. De Scala was in 1930 heropend onder directie van Willem Beumer en er speelde o.a. het orkest de Ramblers.
Er was ook een dansschool gevestigd van dansleraar Ad van Kruisselberge (Adrianus Martinus, Tilburg 1901-1960) met zijn echtgenote Guusje Biommaert. Hij was de zoon van een Rotterdamse ijzerdraaier. In 1924 begon hij met het geven van danslessen. In 1930 werd op de bovenverdieping van de Scala aan de Tuinstraat 47 het dansinstituut A. van Kruisselberge geopend, later gevestigd in de Willem II straat 46, voorheen het pand van zijn schoonvader. In 1954 vierde het echtpaar het feit dat zij 25 jaar dansles gaven in Tilburg. Meer dan 35 jaar heeft de oprichter zijn dansschool geleid. In de organisatie van dansleraren heeft hij lange tijd een bestuursfunctie bekleed. Ad Kruisselberge trouwde in 1935 met de Tilburgse Guusje Blommaert, piano- en danslerares.
In de nacht van 20 op 21 november 2003 brandde een voor Tilburg zeer karakteristiek gebouw af, bekend als het Scala-gebouw, gelegen tussen Tuinstraat, Telefoonstraat, Korte Tuinstraat en Langestraat (Tilburg).
Scala kranten berichten
TILBURG – In Tilburg is de sloop begonnen van het Scalagebouw in de Telefoonstraat in de oude binnenstad.
Het pand uit 1898 stond op instorten, nadat er enkele weken geleden brand uitbrak. Het gaat om een monumentaal pand waarin een antiekhandel zat. Daarvoor was het een bondsgebouw en een theater.
De gemeente probeerde de afgelopen weken nog delen van het pand te redden, maar volgens woordvoerder Glaudemans van slopersbedrijf Van Heesch was dat niet mogelijk
TILBURG – Het monumentale Scala-gebouw in de binnenstad van Tilburg wordt voor een groot deel gesloopt. De gemeente vindt het gebouw, dat eind november deels afbrandde, niet meer veilig.
Er is instortingsgevaar en dat betekent een onveilige situatie voor de directe omwonenden. Gemeente en de eigenaar gaan na de sloop met elkaar om de tafel om te bekijken hoe ze het andere deel van het rijksmonument kunnen redden.
De schade van de brand loopt in de honderdduizenden euro’s. De sloop begint maandag en duurt twee weken.
Zaterdag 22 november 2003 – De materiële schade is groot na de brand van donderdagnacht in het Scala-gebouw in de Tilburgse binnenstad. Plannen voor herontwikkeling van het pand kunnen in de prullenbak. De antiekhandel van G. van Delft in het gebouw is compleet vernield, ook auto’s in de buurt en diverse woningen liepen rook- en waterschade op. Tot ver in de middag bleven gisteren de puinhopen smeulen. Vandaag gaat de technische recherche op pad.
De oorzaak van de brand is nog onbekend. Volgens omwonenden zou die zijn ontstaan in een schuurtje naast de antiekhandel. Getuigen zagen daar vroeg op de avond twee figuren wegrennen. Politiewoordvoerder C. Bouman wilde gisteren niet op dit soort speculaties ingaan. “Een mogelijk misdrijf wordt onderzocht, maar daar bestaan voorlopig geen aanwijzingen voor. Dat moet het sporenonderzoek uitwijzen.”
De oude schouwburg, waar in de jaren zeventig de club Carnaby gevestigd was, werd gebruikt als antiekhandel. Er is waarschijnlijk voor vele honderdduizenden euro’s schade aangericht.
Het het oude Scalagebouw, waar in de jaren zeventig de club Carnaby was gevestigd, is volledig verloren gegaan. Alle materialen, een immense hoeveelheid antiek over de diverse verdiepingen uitgestald, ging verloren. Zowel de koopwaar als het theater waren kurkdroog. De schade loopt in de vele honderdduizenden euro’s. Het Scalagebouw is een gemeentelijk monument, dat op de nominatie stond weer in oude luister te worden hersteld. Een initiatiefgroep wilde van het karakervolle pand een congres/theatercomplex maken.
Stadsvernieuwing
De grootscheepse sanering van de textielindustrie sinds 1960 heeft geleid tot vrijwel algehele sloop van de fabrieken in dit stadsdeel. Niet alleen faillissementen, maar ook overplaatsingen naar het nieuwe industrieterrein Tilburg-Noord liggen aan de sloopactiviteiten ten grondslag. De wolwasserijen verdwenen deels door verminderde afzet, maar vooral ook vanwege de steeds hogere milieu-eisen. De meeste terreinen zijn door de gemeente in het kader van de stadsvernieuwing opgekocht, waarna de bebouwing verwijderd werd ten faveure van pleinaanleg (Pieter Vreedeplein) of sociale woningbouw, zoals de complexen Wingerdhoek en Bodehof. Het laatste plan werd deels gerealiseerd op het fabrieksterrein van Jurgens Textiel N.V. dat in 1976 als een der laatsten de poorten sloot.
In de Tuinstraat zijn het directie- en administratie kantoor behouden gebleven en zijn een gemeentelijk monument geworden, dus niet alles is verloren gegaan.
Dit is overigens niet het enige monument wat de familie Jurgens Tilburg heeft nagelaten. Nadat Harrie Jurgens in 1930 terug kwam uit Engeland heeft hij eerst in de Tuinstraat gewoond. Later heeft hij een woning gekocht aan de Bredaseweg 507. Deze woning staat niet op de gemeentelijk monumentenlijst maar mag wel degelijk een monument genoemd worden.
Bredaseweg 507
Dit woonhuis kreeg in 1947 een eigentijdse gevel van architect Jos. Bedaux. In 1926 bouwen de architecten Machen en Erbizal voor bierbrouwer F. Charbotte een landhuis aan de Bredaseweg in een jarendertig stijl. In opdracht van de nieuwe eigenaar textielfabrikant Harrie Jurgens verbouwt Bedaux zo grondig dat van de oorspronkelijke opzet nauwelijks iets over gebleven is.
De witgeschilderde bakstenen gevels hebben een zwarte plint. De voorgevel heeft een regelmatige indeling met openslaande tuindeuren op de begane grond. Alle vensters zijn voorzien van louvre luiken. Het terras wordt afgebakend door stoeppalen met zware kettingen. Zoals vaak bij Bedaux treffen we ook hier de ingang van het huis aan de achterzijde, zelfs voorbij de keukendeur. Bedaux verkeert bij het ontwerp van dit huis in de overgang van zijn romantische naar zijn classicistische periode waardoor dit pand een bijzondere plaats in zijn oeuvre inneemt. Het mag van de weg gezien worden en daar heeft de tuinaanleg met het grote gazon voor het huis dan ook voor gezorgd.
Harrie Jurgens liet voor zijn dochter op het naastliggend terrein aan de Reeshofweg een paar jaar later nóg een huis door Bedaux bouwen.
Jurgens textiel Berkel Enschot
De fabriek van Spinnerij Jurgens Textiel N.V. aan de Gen. Eisenhowerweg, deze fabriek is thans afgebroken en het gehele terrein is volgebouwd met woonhuizen.
In 1960 is Jurgens begonnen in Berkel Enschot door daar het kantoor en een deel van de productie te vestigen. Het totale personeelsbestand in 1965 was circa 150 mensen. Het zou nog tot 1976 duren voordat de gehele productie was overgeplaatst van Tilburg naar Berkel Enschot. In 1996 valt het besluit om de gehele productie te stoppen en het bedrijf definitief te sluiten. Er zijn bij de sluiting uiteindelijk nog 43 mensen ontslagen. De fabriek is daarna gesloopt om plaats te maken voor woningbouw.
Beeld t.g.v. 40-jarig jubileum van Jurgens textiel.
Het beeld van een schaap is gemaakt ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum van Jurgens Textiel BV, dat destijds op de plaats van het huidige Spinnerspark gevestigd was. Het beeld was bij de voorkant van de fabriek geplaatst. In 1995 is de fabriek geheel afgebroken en er kwam de woonwijk Spinnerspark voor in de plaats. Het beeld is bewaard gebleven en in 2000 in deze wijk herplaatst op de locatie: Schaapkenslaan / Harry Jurgenslaan.
In 1986 heeft beeldhouwster Hetty Heyster uit Duivendrecht het beeld vervaardigd in opdracht van de familie Jurgens.
Wat was er voor de fabriek van Jurgens gebouwd werd.
De dorpen Berkel, Enschot en Heukelom ontstonden in de vroege middeleeuwen. Tot aan de Franse tijd waren Berkel, Enschot en Heukelom voor juridische aangelegenheden aangewezen op de schepenbank van Oisterwijk, maar bestuurlijk waren het drie zelfstandige dorpen. In 1811 werden ze samengevoegd tot één gemeente, die aanvankelijk Enschot heette, maar vanaf rond 1850 Berkel c.a. (cum annexis) werd genoemd. Berkel-Enschot was altijd in hoofdzaak een agrarische gemeente. Wel werden er stenen gebakken in veldovens, en van 1897 tot 1931 was er een steenfabriek in Berkel. Op dezelfde plek werd in 1960 de fabriek van Jurgens Textiel gevestigd.
Hierboven een replica van een schilderij, voorstellende de steenfabriek bij het landgoed Swagemakers aan de Heuneindseweg later Gen. Eisenhowerweg, alles werd afgebroken en er werd een spinnerij gebouwd door Jurgens Textiel.
Kantoor van de steenfabriek bij landgoed Swagemakers aan de Heuneindseweg later Gen. Eisenhowerweg, werd ook afgebroken en er werd een spinnerij gebouwd door Jurgens Textiel.
Woning van de steenfabriek bij landgoed Swagemakers aan de Heuneindseweg later Gen. Eisenhowerweg. Op de bank voor het huis zitten Kees van Beek en L. Nieuwenhuijzen. die destijds daar woonden. Op de sterf- of moosput zit Annie van Beek, die ook in het pand heeft gewoond.
Jurgens textiel Jos Kusters 40 jaar in dienst.
Op 24 November 1989 heeft mijn vader zijn 40 jarig jubileum bij Jurgens Textiel mogen vieren en heeft daarvoor ook een koninklijke onderscheiding mogen ontvangen, de eremedaille in zilver in de Orde van Oranje Nassau.
Jurgens textiel in textielmuseum Tilburg
In het textielmuseum in Tilburg zijn nog een aantal zaken opgenomen in de collectie die oorspronkelijk uit de fabriek van Jurgens komen.
Jurgens in kranten
Ontvangen reacties op deze pagina:
Reactie van Corry Heezemans-Kolsteren:
Ben door een neef van mij geattendeerd op Uw site waarop verschillende foto’s van Jurgens Textiel te zien zijn en inderdaad op een van de foto’s staat mijn vader : Gerrit Kolsteren, die meer dan 40 jaar bij Jurgens prive chauffeur is geweest.
Ik stuur je deze mail omdat ik misschien nog wat informatie en foto’s aan Uw site kan toevoegen.
Ik hoor het nog wel als U daar interesse in hebt.
Corry
Fijn dat je gereageerd hebt op mijn mail. Ik zal proberen ook via mijn broers en neef (zijn vader was portier bij Jurgens) het e.e.a. voor je bij elkaar te zoeken en zoals je schrijft dat het een hobby is en je eraan werkt als je tijd hebt, kan ik er wel even de tijd voor nemen, want de komende maanden heb ik er ook nog weinig tijd voor. Maar ik doe mijn best.
Zodra ik wat heb , laat ik weer van me horen.
Reactie van Ad Verhoeven:
Een foto van het interieur van de scala op de bovenverdieping tegenover de portiersloge en boven het prikklokhok had ik nog nooit gezien, Die dansvloer is naar mijn weten altijd blijven liggen. Heb eerst een vraag aan U nl de man bij een personenauto op het pleintje tussen de timmerwinkel en de vrachtauto garage is dat Gerrit Kolsteren, broer van Kees Kolsteren de portier? Kende het complex op mijn duimpje het was elk weekend ons speelterrein met de kinderen van de beide Kolsterens. Woonde nl op no 47 aan de tuinstraat met achter het huis een deur dat direct in een van de fabrieksgangen uitkwam en de familie Kees Kolsteren woonde, toen boven in het witte kantoorpand, later zijn die verhuist naar het pand ernaast met de erker aan de tuinstraat. De bewaking van het complex in het weekend was bij toerbeurt door mijn vader en Kees Kolsteren wat spannend om als klein jochie met zaklantaarn een ronde door het donkere complex te maken, zag je ook niet hoe vies en vuil het er was. Ik heb er nog eens een rondgang in gemaakt bij het begin van de sloop en toen viel dat wel op. Heeft U nog vragen over welk hoekje van de gebouwen dan ook dan kunt U bij mij terecht denk niet dat velen weten waar bv die sprinkler aparatuur stond en andere wetenswaardigheden bv het verkoopbedrag van het complex aan de gemeente
Reactie van Liesbeth Smarius:
Het afgelopen weekend was ik met mijn zus en broers op een feestje en kregen we het natuurlijk weer over onze vader en moeder.
Pa is op 20 januari 1982 overleden en dat is dus al weer 30 jaar geleden. Natuurlijk werd de naam Jurgens textiel genoemd waar mijn vader, voor mijn gevoel, zijn hele leven gewerkt heeft.
Ik tikte zojuist via GOOGLE Jurgens oud werknemers in en kwam op jouw site terecht. Geweldig om deze foto’s weer te zien, en wat een leuke site zeg!!! De naam Jos Kusters zegt mij zo niet meteen iets.
Mijn vader heet André Schuuring, misschien dat het jouw wel wat zegt? Ook kwam ik in vorige week tot de ontdekking dat de opa van mijn vriendin er ook heeft gewerkt; Wil Klaassen?
Bedankt voor je snelle reactie.
We hebben wel een foto beschikbaar denk ik, ook hebben we nog een film op video en waarschijnlijk ook al overgezet op CD van de verhuizing van Jurgens Tuinstraat naar Berkel-Enschot.
Deze video had Hein Jurgens nog voor ons geregeld vanaf een oud filmpje.
Is het toevallig ook Hein waar je nog contact mee hebt? Zo ja doe hem dan de hartelijke groeten van me….
ik ken hem ook nog via onze oud directeur die samen met Hein in de Rotaryclub zat.
Bronvermelding
Regionaal archief Tilburg
geheugen van Tilburg
www.cubra.nl
nl.wikipedia.org/wiki/Textielindustrie_in_Tilburg